28.9.14

De Opel Kadett Caravan


Het ontbreken van een deugdelijke verwarming in de Besteleend bleek voor mijn vader voldoende aanleiding deze auto te vervangen door een Opel Kadett. Een model dat in korte tijd na zijn introductie grote faam had gemaakt om zijn goede kachel. In verband met het gebruik als gecombineerde gezins-en bedrijfsauto viel de keus op de carrosserievariant: Caravan. Tegenwoordig wordt zo’n uitvoering StationWagon genoemd.

Deze auto herinner ik mij voornamelijk door de in mijn ogen gigantisch lange versnellingspook die ter hoogte van waar het gaspedaal zat met een knik vanuit de vloer omhoog kwam richting bestuurder. Ik kan mij niet zoveel van de kwaliteit van de verwarming herinneren. Wel de rode skai-bekleding van de achterbank met een lus in het midden om de zitting omhoog te kunnen trekken. De leuning van de achterbank kon daarna volledig vlak gelegd worden om zo een grote bagageruimte te hebben. Handig, voor een broodwijk. Mijn broer, zusje en ik waren voornamelijk content met een normale zitplaats, na onze eerdere ervaringen achterin de Besteleend.
De Opel Kadett A was in 1962 door de Opel fabriek ingezet als concurrent voor de Volkswagen Kever. In 1965 werd dit model alweer opgevolgd door de Kadett B, ditmaal als concurrent voor de Ford Escort. Volgzaam als mijn vader was, werd model A drie jaar na aanschaf ingeruild voor model B. Enerzijds omdat je na drie jaar nog best een hoge inruilprijs kon bedingen en anderzijds omdat model B een nog betere kachel had. En een asbak op een onmogelijke plaats, bovenop het dashboard. Als je deze moest legen schoot hij steevast onverwacht uit zijn klemsluitingen los waardoor as en peuken over het dashboard, je handen en de vloer verspreid werden.
Tegen de tijd dat ik dertien jaar was heb ik tijdens meehelpen op de zaterdagse broodwijk voor het eerst alleen gereden in deze auto. Het viel mij op hoe makkelijk de stap was van rijden in de eerste versnelling en drie straten verder al de derde versnelling te durven gebruiken. Dit tot ongenoegen van mijn vader, want hij liep achter de auto met geopende achterklep om mij eventueel aanwijzingen te kunnen geven. Als je in de derde versnelling rijdt, valt daar natuurlijk niet tegenop te rennen, laat staan verstaanbare aanwijzingen te geven. “Rustig, rustig, niet te hard!”, was de aanwijzing welke ik het laatst hoorde voordat mijn vader buiten gehoorsafstand kwam te lopen. Hij had zich onterecht zorgen gemaakt, want het liep allemaal goed af. Ik parkeerde de auto netjes voor het portiek van de flat waar wij moesten zijn om weer enkele van onze klanten te bedienen en zette de motor zonder te laten schokken uit.

Op zaterdag waren mijn ouders zodanig afgedraaid door de lange werkdag, bakkers staan altijd vroeg op, dat er weinig energie over was een warme avondmaaltijd te fabriceren. Vaak aten wij dan brood met varkenshaas, patat frites of reden even langs het chinees restaurant.
Als je een bakkerswinkel met een broodwijk hebt, ken je veel mensen. Er zijn ook veel mensen die jou kennen. Als je dan aan het einde van je drukke werkweek langs de chinees rijdt om even snel nasi, bami of foejonghai te halen en je wordt door de daar aanwezige klanten aangesproken, meestal met een grappig bedoelde opmerking, valt dat wel eens verkeerd. Zoals die keer dat een klant van ons ook bij de afhaalbalie van de chinees stond en aan mijn vader, onder het genot van een biertje van de tap, uitgelaten vroeg hoe de dag geweest was. Waarop mijn vader zonder enige aarzeling antwoordde dat het “goed klote” was geweest (ik denk dat de omzet die dag onder het verwachtingsniveau lag), waarna de Chinese dame achter de balie met een lachend gezicht deze uitdrukking continu herhaalde. Dit tot grote schik van de aanwezige klanten, de dame in kwestie in de waan latend een leuke Nederlandse uitdrukking te bezigen. Goed gemutst voegde zij dan ook “goed klote” toe achter iedere bestelling welke zij door het luikje naar de keuken door gaf, waardoor de hilariteit een ongekende hoogte bereikte en de drukke werkweek toch nog een ontspannen slot kende.


31.8.14

Citroen 2cv AK 350


In 1958 trouwden mijn ouders en begonnen een brood-en banketwinkel. In mijn geboortedorp waren in die tijd een tiental bakkerszaken, ruwweg verdeeld over de verschillende woonwijken. Je vraagt je af hoe dat ooit lonend kon zijn in een dorp van iets meer dan tienduizend inwoners.

Iedere bakker bracht dagelijks zijn waren aan de man in zijn eigen broodwijk. Behalve op zondag; die was toen nog heilig als rustdag. Tegenwoordig zijn in de meeste dorpen de supermarkten zondags geopend, aparte bakkerszaken verdeeld over de woonwijken zijn er nauwelijks meer en al helemaal niet een uitventende bakker in zijn broodwijk.
De klanten stappen tegenwoordig in hun auto om een keer per week de boodschappen te doen. De grootste supermarktketen van ons land heeft enkele jaren geleden als “noviteit” het aan huis bezorgen van de boodschappen weer tot leven geroepen. Om de klant te ontlasten van de strijd om de dichts bij de supermarkt vrije parkeerplaats en beschikbare winkelwagen.
Bij de aanschaf van een bedrijfsauto kijk je naar wat de kosten zijn in combinatie met praktisch nut. Bij de 2cv AK 350 was deze combinatie aantrekkelijk genoeg om voor het vervoer van alles wat benodigd was voor de bedrijfsvoering van de bakkerszaak alsook om voor de zondagse ritjes ingezet te worden. De zogenaamde besteleend had in korte tijd na zijn introductie een goede reputatie opgebouwd als betrouwbare bedrijfsauto. Voor het gebruik als gezinsauto voor een gezin met drie kinderen, was het ontbreken van een achterbank geen onoverkomelijke hindernis. Als kinderen namen wij achterin gewoon plaats op de wielkasten en schoven vrolijk naar voren als vader hard op de rem trapte.
Er waren in die tijd lang niet zoveel auto’s op de weg als tegenwoordig en, ach, eigenlijk kon je met de 2 cv ook helemaal niet zo hard rijden. Ten eerste omdat de motor dat niet toeliet en ten tweede maakte de motor op topsnelheid zo veel herrie dat horen en zien je bijna verging.
Er zat een luchtgekoelde 22 pk motorblokje in, waar de mogelijkheid bestond deze met behulp van een sllinger aan de praat te krijgen als de startmotor dienst weigerde. In de winter kon er een stukje canvasdoek voor de grill bevestigd worden om de motor sneller op bedrijfstemperatuur te krijgen en te houden. Er was niet echt sprake van een kachel. Ik kan mij tenminste niet herinneren dat het ‘s winters ooit warm is geweest in de auto. De smalle bandjes en het hoog “op de benen” staan had als voordeel dat bij sneeuwval (optrekkend vanuit de tweede versnelling!) gewoon gereden kon worden. Alleen de doorgaande wegen werden toen gepekeld en schoongeveegd. De straten in de wijken liet men links liggen. Als kleine jongens probeerden wij altijd achter de weinige auto’s die er ondanks de sneeuwval reden zo lang mogelijk aan de achterbumpers ons mee te laten slepen. De Volkswagen Kever was daarin favoriet; die had de ideale bumper. Daar konden wij met zijn vieren tegelijk achter hangen, oppassend niet met de knieen tegen de twee uitlaatpijpjes te komen.

Mijn ouders hadden een kleine ruimte naast de winkel waar mijn vader voornamelijk kleinbrood bakte en het banket vervaardigde. Het brood voor de winkel en broodwijk werd betrokken van de bakkerij van mijn oom in het centrum van het dorp. Op de tekening is dat te zien. De architectuur heb ik uit het hoofd moeten tekenen door het ontbreken van geschikt beeldmateriaal van hoe het was. Die bakkerij is nu volledig vervangen door nieuwbouw. De besteleend zie je gelukkig af en toe nog wel eens rijden, met zijn karakteristieke geluid van de luchtgekoelde motor.

8.7.14

And Now For Something Completely Different

Due to several time-consuming activities both work as sparetime related, I have not been able to make a lot of pen drawings the past few months. Mainly because I have taken up a course of management science in combination with the start up of the new company by my employer.
But for a good friend you'll allways make time. As it was in this case where a friended couple both turned 50. To celebrate this unique event they invited us over last weekend, with a bunch of other friends. We all took our kids and camping gear with us, so it was quite a happening. Furthermore the Dutch soccerteam won the match against Costa Rica, so the festivities lasted a great part into the night.
As a gift I've drawn the farmhouse our friends bought a couple of years ago. It's situated in the north-east of the Netherlands, near the German border, in one of the more remoted parts of the country. For us it is allways quite a trip to get there, not only in means of distance but also in means of atmosphere: more rural then we are used to. The kids had a wonderful time, though. There were lots of activities to be done, water and mud included, which led for quite a lot of dirty clothes in just two days.
Pen and ink and watercolor on 300 grs Canson.

19.2.14

Three Is A Crowd

The ultimate cult-car nowadays: the Volkswagen Transporter. Here I've drawn three of them in a sort of German garage. People pay little fortunes to have one. Regarding the price you had to pay fifty years ago, you might say they were a good investment. But most of these cars were used by entrepeneurs for their daily business. So few are saved in good condition, which also explains their raisen value.
Pen and ink with watercolor on 300 grs Canson paper.

1.1.14

Happy Newhair!

To all of you and your loved ones the best wishes. Hopefully lots of fun and joy in the coming year.

I've made a cartoonesk postcard, where every member of the family has the most remarkable hairstyle. Except for one person, because he choosed to be bold some years ago... The phrase is Dutch and means: "Happy Newhair", instead of the normal phrase you'll see on cards in this time of year.
Pen, ink and watercolour.

Driving Home For Christmas

 Pen and pencil, 140 x 210 mm